Wrs – VER-reactie geplaatst 24-02-2023 (internetconsultatie inmiddels afgesloten, 362 reacties kunt u nalezen.)

Naar onze mening ontbreken nut, noodzaak, invoerbaarheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid.

En de proportionaliteit is zoek om alle sekswerkers te willen vergunnen. Zéker voor hen die al werken op veilige werkplekken in vergunde en controleerbare bedrijven. 

Wij ontraden het tot stand komen van deze Wrs.

 

Tot 16 maart kan worden gereageerd op dit wetsvoorstel .

https://www.internetconsultatie.nl/zoeken/resultaat?Trefwoorden=Wrs&TrefwoordenSearchScope=TitelEnTekst 

U vindt daar ook de Wettekst (WRP)  en Memorie van Toelichting (MvT)

 

Hierna de gehele tekst van de inbreng van de VER:

24 februari 2023

Betreft: Reactie VER inzake internetconsultatie

  Wet
regulering sekswerk (Wrs).                                 

                 Naar aanleiding van de aangepaste Wrs-tekst per 23-01-2023

Geachte Lezer,

Wij willen beginnen met een compliment voor de opstellers van de Wet regulering Sekswerk (Wrs). Men heeft gepoogd om van de uitdrukkelijke opdracht van de Regering, met de geschiedenis en ontwikkeling van deze wet als bagage, een nieuwe werkbare wettekst te maken.

Dat wij met het resultaat – ondanks de aanpassingen die nu voorliggen – nog steeds niet tevreden zijn, is een andere zaak.

Wij onderschrijven de doelstellingen van de Wrs  volledig, te weten de bestrijding van alle vormen van mensenhandel, het creëren van een veilige en gezonde branche voor  sekswerkers en het tegengaan van illegale prostitutie. Dit volgt ook uit de Statuten van de Vereniging.

Dat wij het met het resultaat niet eens zijn, is een andere zaak. Dat zullen we hierna nader toelichten.

Maar ook niet alles wijzen we af. Daar gaan we hierna ook op in. Bovendien dragen we een alternatief aan. Vanwege de samenhang van alle voorgestelde onderdelen in de wet en toelichting is onze reactie nogal omvangrijk..

Laten we ons eerst voorstellen:

De Vereniging Exploitanten Relaxbedrijven, kortweg ‘De VER’,

De VER werd opgericht op 26 september 1991. Wij willen alleen vergunde bedrijven vertegenwoordigen; clubs, privéhuizen, massagesalons, SM-salons, en dergelijke, en de escortbedrijven. Uiteraard ook hen die in die bedrijven werken en de sekswerkers die daar hun werkzaamheden uitvoeren.

De vergunde zg. raamverhuurbedrijven hebben hun eigen organisaties, maar ook zij kunnen zich desgewenst bij de VER aansluiten. Hetzelfde geldt voor anders-soortige seksbedrijven.

Uit de VER statuten:

De vereniging stelt zich ten doel: het behartigen van de belangen van exploitanten van relaxbedrijven, zowel collectief als individueel in de meest ruime zin, onder meer door het voeren van overleg met overheids- en andere instanties, het verzorgen van public relations van relaxbedrijven in het algemeen en het bewerkstelligen van imagoverbetering van zodanige bedrijven. Tot de belangenbehartiging kan mede behoren het treffen van rechtsmaatregelen en het voeren van gedingen.

Wij zouden ons kunnen beperken in de vertegenwoordiging tot de belangen van alleen de VER-leden. Echter, als het gaat om het verbeteren van de sector, dan zijn de belangen van de gehele sector, ook òns belang.

Deze wet

Naar onze mening ontbreken nut, noodzaak, invoerbaarheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. En de proportionaliteit is zoek om alle sekswerkers te willen vergunnen. Zéker voor hen die al werken op veilige werkplekken in vergunde en controleerbare bedrijven.

Wij ontraden het tot stand komen van deze Wrs.

De teksten hierna zijn tot stand gekomen op basis van onze praktijkervaringen, de recente rapporten, en onderzoeken. Ze werden beoordeeld door het VER-bestuur en voorgelegd aan de leden. Die reacties zijn meegenomen tot de plaatsingsdatum.

Normalisering, emancipatie, veiligheid?

Wij willen al direct extra benadrukken dat ook deze wet de emancipatie van sekswerk tegenwerkt en de stigmatisering versterkt.

Er wordt een negatieve uitzonderingspositie gecreëerd, want de privacy van sekswerkers is in de Wrs blijkbaar ook minder belangrijk dan die van andere werkenden. Bovendien is het vertrouwen van sekswerkers die werkzaam waren in de vergunde bedrijven in de overheid al bijzonder laag: de overheid heeft er namelijk voor gezorgd dat zij in de coronaperiode van de een op de andere dag, in meerderheid, verstoken waren van inkomsten, zonder een beroep te kunnen doen op het, zo uitdrukkelijk aan ieder beloofde, vangnet. Dat terwijl men wèl aan alle belastingverplichtingen voldeed als men in- of via een bedrijf werkte.

Het is niet voor niets dat veel vergunde bedrijven kampen met lage bezetting; veel sekswerkers hebben hun toevlucht genomen tot het on-vergunde deel, met alle gevaren van dien. Deze uittocht zal alleen maar
versterkt worden wanneer registratie via een prostitutie-vergunning verplicht wordt.

De privacy van alle sekswerkers wordt duidelijk ondergeschikt  gemaakt aan het doel om misstanden te
bestrijden, door een wet in te stellen die erin voorziet dat hun persoonsgegevens verwerkt mogen worden op een manier die voor elke andere werkende in Nederland onvoorstelbaar is. En dat is dus bedoeld  in het voordeel van sekswerkers en om hun veiligheid bewaken?!

De verplichte registratie middels een prostitutie-vergunning van alle sekswerkers, ook degenen die werkzaam zijn in de vergunde bedrijven, zal tegengesteld gaan werken aan het doel, omdat het tot gevolg zal hebben dat nog meer sekswerkers hun toevlucht zoeken tot het on-vergunde, ongecontroleerde aanbod van sekswerk.

Wij zijn niet de enigen die twijfelen aan nut en noodzaak: Met name de Raad van State (RvS) heeft in haar advies over de Wrs (publicatie 27-01-2021)  laten weten dat men ‘ernstig twijfels heeft of de kern van de wet het vergunningensysteem voor sekswerkers een positieve bijdrage zal leveren’. Men verwacht ‘een hoge drempel om dit
beroep legaal uit te oefenen’
. De Regering meende kennelijk dat de kritiek van de RvS voldoende opgelost is, door nu de strafbaarstelling voor de sekswerker terug te trekken uit het voorstel.

Verschillen

De Wet is ontwikkeld om alle sekswerk daarmee te reguleren. De sector is echter nogal verschillend; het gaat om b.v. seksclubs, privéhuizen, escortbedrijven, sm-studio’s, massagebedrijven, parenclubs raambedrijven, enz. en moet ook de webcam-bedrijven en -werkers daaronder brengen.

Bovendien zijn de bedrijven – binnen elke groep – ook onderling verschillend van organisatie en presentatie aan het publiek. Daarnaast zijn er individueel werkende sekswerkers.

Door die onderlinge verschillen en belangen zal ook niet ieder ònze mening delen. Bijvoorbeeld: Een aantal ondernemers – onder de leden en niet-leden – is juist héél content met de Wrs, vanwege het vrijwel ‘uitschakelen’ van thuiswerkers – die men ziet als valse concurrentie. De bedrijven zouden dan weer volstromen, omdat
sekswerkers dan vrijwel geen andere keus voor een legale werkplek hebben dan binnen hun vergunde bedrijven. Bovendien ziet men het als een voordeel dat men niet zelf, maar de gemeenten de intake en beoordeling doen… en daar als ondernemer geen verantwoordelijkheid meer voor hoeft te dragen.

Ook voor die mening  moeten wij oog hebben, maar de meeste ondernemers vinden die houding níet correct.

Het is overigens een feit dat in meerderheid het zg. thuiswerk nu een valse concurrentie vormt voor ieder die vergund,  geregistreerd en gecontroleerd werkt.

Wij denken ook eerder dat sekswerkers verder ‘ondergronds’ gaan werken – ook tijdens de Corona-pandemie wisten velen, met het tòch doorwerken, buiten de orde en buiten het zicht te blijven.

Dat zet trouwens de poort open voor mogelijke misstanden, chantage en mensenhandel, zodra de arbeid zonder prostitutie-vergunning via de Wrs een verboden activiteit is. Ook klanten zullen zich daarop aanpassen. Een duidelijk toenemend veiligheidsgevaar, al zal dat ook niet íeder treffen. Immers niet ieder staat redelijk herkenbaar en traceerbaar op internet.

De ‘Wrs’ en de aanpassingen.

Wij brachten per 08-12-2019 – in de inmiddels afgesloten internetconsultatie – onze bevindingen over de Wrs reeds in. Nu gaat het om de aanpassingen in de Wrs. Toch is de eerdere inbreng ook van belang – die willen we dan ook als hier ingevoegd zien – mede omdat de samenhang van de regels niet uit het oog verloren mag raken. Daarbij zou ook het zg. ‘klantenverbod’ en ‘pooierverbod’ weer in de discussie moeten worden meegenomen. Een heroverweging rond de leeftijd van sekswerkers willen wij aanbevelen.

Het mag duidelijk zijn dat ook de laatste aanpassingen van de Wrs er voor de VER niet toe hebben geleid om een wezenlijk ander (positiever) standpunt in te nemen. Toegegeven, de voorgestelde aanpassingen van de Wrs  zijn een verbetering en komen deels ook tegemoet aan onze bezwaren geuit  in de eerste consultatie. De overige bezwaren en opmerkingen blijven van kracht. Wij willen deze Wrs dus ook nog steeds ten sterkste ontraden.

Over een eventuele AMvB om de criteria vast te leggen ten aanzien van het bepalen van de mate van ‘zelfredzaamheid’ van een sekswerker is nog helemaal niets bekend. Dat is toch wel tamelijk cruciaal als deze wet is aangenomen zou de invulling daarvan achteraf wel eens een totaal andere beoordeling van deze wetgeving
kunnen opleveren. Achteraf de AMvB toevoegen is volgens ons geen goed idee. Het overlaten aan gemeenten zal overigens ook tot veel verschil in voorwaarden en beleid gaan opleveren.

Behalve kritiek willen we u wijzen op een voor de hand liggende ‘andere oplossing’ die direct in kan gaan. En waarvan we verwachten dat deze dezelfde problemen goeddeels kan oplossen.

Soms is het beter om een probleem juist simpel aan te pakken: Niet schieten met hagel maar een vliegenmepper is dan doelmatiger; dat is in dit geval volgens ons ook de betere oplossing – daar komen we nog op terug.

En natuurlijk is niet alles aan de Wrs verkeerd:

  • De doelstelling om mensenhandel en misbruik tegen te gaan en veiligheid te verbeteren;
  • Vergunningen voor bedrijven met een looptijd van 5 jaar – optietermijn ook per 5 vervolgjaren?;
  • Gemeentelijk gelijke behandeling voor individueel werkende sekswerkers, met andere beroepen ‘aan huis’;
  • Streven naar landelijke gelijkheid in – en toepassing van regelgeving;
  • Vergunning-verplichting voor alle bedrijven en een landelijke registratie die klanten kunnen raadplegen.
  • Dat terzake art. 206a Sr *) – dat nu ook reguliere werkzaamheden van advocaten en middenstanders/taxichauffeurs ed, zijn vrijgesteld.

*) ook daarop werd door ons gereageerd en die bezwaren blijven ook bestaan ondanks deze verbetering.

Maar dit weegt dus niet op tegen de nadelen ten opzichte van de huidige situatie, waarbij de mogelijkheden ook nog niet zijn uitgeput of nooit werden ingezet en gehandhaafd. Overige en eerder ingebrachte bezwaren en opmerkingen blijven ook bestaan.

Tevens is de inbreng ten behoeven van de Wgts, Wet gemeentelijk toezicht sekswerk, als aanvulling op art. 151a Gw, van belang – ondanks het feit dat het artikel geheel vervalt zodra de Wrs van kracht is. Die inbreng willen we hier ook als ingevoegd zien, al overlappen onze teksten elkaar grotendeels.

De Wgst is als voorloper of overbrugging  naar de Wrs gepresenteerd  maar verstoort het totale proces, met name door het verschil in benadering van de positie van de sekswerker opzichte van déze Wet.

Wij willen uitdrukkelijk waarschuwen om niet te verwachten dat mèt deze wet  de Wrs-doelstellingen (noch mèt de Wgts) beter haalbaar zijn. Met name de sekswerkers in vergunde bedrijven zijn amper het probleem. Zelfs de individuele (thuis-)werksters zijn, zo bleek ook uit recent onderzoek, zelden een probleem.

Legale of illegale werkplekken.

Het is ook wel een punt dat er gebrek is aan legale werkplekken in de bedrijven en dat op de wel beschikbare werkplekken de regels zo scherp worden toegepast – en dat wordt dus nog erger… – dat men ook bewust kiest om juist buiten de vergunningensfeer te blijven.

Het opengevallen van deze werkplekken is geen teken dat er geen behoefte is aan legale werkplekken. Dat men  dan niet meer  daar wil werken; is om te beginnen bescherming van de privacy.  Het aanvragen van een individuele prostitutie-vergunning ligt voor die ‘vertrekkers van de legale werkplekken’ niet in de lijn van verwachting.

Dan kàn je niet eens normaal met de fiscus afrekenen, zonder toch op te vallen en vragen te krijgen over de aard van het werk. Dat je  dan met illegaal aanbod – ongeveer een dubbel inkomen zou kunnen genereren en (dat zal niet ieder als een nadeel zien) en dat is met bv. contante betalingen amper te controleren. Het lijkt zo slechts een geldkwestie. Maar er is méér:

Met name de Banken zitten niet alleen de bedrijven maar ook de sekswerkers ‘op de nek’ om hun ontvangsten te verklaren en hun werkzaamheden gedetailleerd te beschrijven of de bronnen van inkomsten bekend te maken. Die bemoeienis kan men dan ontwijken. En zo ook zorgen dat lopende kredieten en hypotheken niet prompt
gestopt of opgeëist  worden.

Ook de verzekeraar zal dan niet opzeggen of voor het brand-risico tot 10x de premie
vragen of anders bij schade niet uitkeren.

En je loopt niet direct het risico om door de gemeente gesommeerd wordt te stoppen of tijdelijk de woning te hoeven verlaten of door bv de woningbouw uit je huis geknikkerd te worden.

Ook al vinden wij dit geen goede zaak; het is te begrijpen dat men er dan een mouw aan past! Het is zo bezien ook vast  wel te begrijpen dat niet alle problemen ‘zomaar’ verdwijnen voor alle sekswerkers èn in het bijzonder voor thuiswerkers, als de prostitutievergunning wordt verkregen.

Ook ‘af en toe’ in een bedrijf werken om weer nieuwe thuisklanten te werven is nu een (oud, maar toenemend) probleem. Het  thuiswerk-effect  zal door deze wet ook versterkt worden. Die manier van deels legaal werken  zal vrijwel  stoppen – want dan moet je een prostitutiepas hebben – dan is die route afgesloten. Zij zullen  terugvallen op helemaal niet meer vergund werken – dus ook niet ‘soms’ en verdwijnen uit beeld. En daarmee valt ook elke laatste kans op controle, hulpverlening en gezondheidszorg weg.

Je bent er ook niet mee klaar door te stellen dat er natuurlijk altijd een aanmerkelijk deel van de sekswerkers is die zo’n vergunning niet aanvraagt en dat dan ook maar geaccepteerd moet worden.

Het is de vraag of je dat vooraf,  wetende dat slechts een klein deel van hen onder de regels zal vallen, zo’n verplichting in een klein deel van de sector kan worden ingevoerd. (In Duitsland werd de registratie door meer dan ca 80% van de sekswerkers genegeerd).

Maar thuiswerk is nu dus ook geen veiligheids-probleem; hóeft het niet te worden; je kunt er wel een probleem van maken!

Ons voorstel: regel het anders.

Illegale bedrijven en illegale ‘oplossingen’

Illegale bedrijven zijn wèl een probleem (waar dan zonder vergunning met meerderen personen gewerkt wordt) denk niet alleen aan woonhuizen, hotels en recreatiewoningen, maar bijvoorbeeld ook aan veel massage-salons  – waar sekswerk mogelijk is zonder ‘vergunning seksinrichting’. Er zullen ook andere ‘covers’ gebruikt worden,
waar sekswerk achter schuil gaat; zoals in hotels, B&B’s boven café’s en de varende recreatie. Uiteraard ook niet in alle gevallen.

Het is ook niet te verwachten dat zij ineens erg ontvankelijk zijn voor welke wetgeving of vergunning dan ook. Men weet doorgaans heel precies of een vergunning kansloos is en wat verboden is en onttrekt zich daar ook bewust aan.

Omdat het dan eigenlijk geen illegaal seksbedrijf is. Dan blijkt – als we het nieuws volgen – dat er in vrijwel elk geval wat wordt opgerold, sprake blijkt te zijn van meer criminaliteit en overtredingen, dan het alleen niet hebben van een vergunning voor een seksinrichting. Vaak waarbij het ‘seksbedrijf’ slechts
een middel is.

Deze ellende zou je alleen kunnen bestrijden door opsporing, sluiting en sancties. Dat is nu en bij nieuwe wetgeving niet anders. Zonder blijvende inzet op de handhaving is dit, ook met nieuwe wetgeving,  tot mislukken gedoemd. Of je moet genoegen nemen met zo af en toe een sluiting en een ‘kleine vis‘ en dat een succes noemen. In illegale bedrijven zullen overigens geen vergunde sekswerkers aanwezig zijn.

Als sekswerker, die dan werkt in zo’n niet-vergund bedrijf,  krijg je al het voordeel van de twijfel en geen boete –  in de hoop dat ze over zou gaan tot melden of aangifte. Het is ook terecht in geval ze slachtoffer is.

De klanten die men in die illegale bedrijven weet te werven zouden dit dan moeten melden – zelfs binnen 24 uur. Maar ook daar zien we geen resultaat uitkomen.

Het heeft voor die klant nogal consequenties, ondanks het feit dat hij nu onder een boete uit kan komen door snel te melden.

Vanwege zo’n  fout ‘bedrijf’ durft men wellicht níet te melden uit angst voor aantasting van de persoonlijke, maatschappelijke positie  – die bedreigingen hoeven dan niet uitgesproken te zijn; dat gevoel kan al tegenhouden, ook al heeft men een contact direct afgebroken.  Vaker zal men pas achteraf de verkeerde keus realiseren – dat krijgt dan consequenties. Ter herinnering: Dat leidde in kwestie rond het Valkenburgse hotel Botterweck ook
nog tot twee zelfmoorden.

Het is nu kennelijk – zo blijkt ook uit persberichten die vrijwel wekelijks voorbij komen  – ook niet echt een probleem om op te treden tegen zo’n illegaal gevestigd bedrijf — zodra ze ontdekt zijn : dat gaat prima, al zijn het er volgens ons te weinig  – met of zonder deze Wet.

De urgentie van opsporing en handhaving is per gemeente/regio nogal wisselend. De praktijk is: men sluit de locatie, vervolgt zo nodig de ondernemer en pandeigenaar en de sekswerkers worden via de hulpverlening verder geholpen.

Maar ook gemeenten die zich maximaal distantiëren of in de ontkenning schieten. In dat laatste geval zal een gemeente zich ook niet in de wet herkennen als men verplicht wordt actie te ondernemen – ‘het’ bestaat er
immers niet…

Over ‘de andere oplossing’.

De andere oplossing. Voor bedrijven brengt het organisatorisch ook amper verandering. Nieuwe
wetgeving  brengt evenmin veel organisatorische verandering te weeg. Daar zit voor bedrijven ook niet het probleem.

Verlaat het idee  om met  wantrouwen en zo restrictief mogelijk op te treden en ga over op een beleid van vertrouwen. ‘ Vertrouwen’ betekend dan niet dat je alles maar moet loslaten – ook dan zijn er reeds bestaande regels – die kun je toepassen en handhaven.

Bij invoering  van  de alternatieve oplossing krijg je wel hetzelfde effect… en het is direct in te
voeren!

Het zal voor het niet-vergunde zg. thuiswerk-aanbod werken aan verbetering van de omstandigheden voor sekswerkers, hun persoonlijke veiligheid  en voorkomt de onrust, die ontstaat als je de sekswerkvergunning gaat invoeren. Ook de algemene veiligheid  neemt toe.

De werk-omstandigheden van sekswerkers verbeteren en chantage  door ‘verkeerde types’ en klanten – die hun eisen opschroeven – zijn kansloos. Omdat men zich ook direct kan richten tot de Politie, gezondheids- en
hulpdiensten, omdat het dan geen consequenties meer heeft indien sekswerkers de seksdiensten thuis of van huis uit te voeren. Nadeel: men zal dan ook aan de fiscale verplichtingen moeten (gaan) voldoen. Lastig is dat het nu in de visie van veel gemeenten in elk geval gaat om  illegaal en onvergund zakelijk aanbod (en ook niet in èlke gemeente!).

Het laat alle sekswerkers hun vrije beroep behouden – dus zonder extra  vergunning – zonder de nadelen daarvan. Men kan wèl aan de basisregels gehouden worden. Binnen de bedrijven is dat al lang geregeld – dat kàn het probleem niet zijn. Het brengt rust bij de zg. ‘thuiswerkers’ en de relatie tussen sekswerkers en de Diensten zal verbeteren. Zelfs tussen de bedrijven en thuiswerkers (die is op dit moment ook nogal verzuurt).

En het is een stuk goedkoper voor de overheid. Het brengt ook fiscaal direct al geld in. Je hoeft er niet eens zoveel mensen op in te zetten. Althans, na een zekere inwerkperiode, zal ook de rust bij Gemeenten (en Politiek!) terugkeren omdat men ongedwongen contacten krijgt en er ook meer informatie los komt. Er moet dan ook geïnvesteerd worden in het leggen van vertrouwelijke en open contacten met sekswerkers en bedrijven.

Wij zijn van mening dat er wèl – en direct – mogelijkheden liggen in de heersende wetgeving die toegepast en gehandhaafd kunnen worden. Mogelijkheden die lang niet altijd optimaal benut werden in de praktijk. Het wordt zelfs niet toegepast ondanks wettelijke  verplichtingen. Maar die geven wel duidelijkheid over de posities van de bedrijven en zelfstandig werkenden. Mogelijkheden die voor zelfstandigen binnen een bedrijf wèl gehandhaafd worden – maar nu daarbuiten nog niet.

Wij willen helemaal niet stellen dat je ‘een mandje waterdicht zult kunnen krijgen’; maar dat doet de wet ook niet. Je moet dus wèl blijven handhaven en opsporen, ondanks dat je dan moet uitgaan van vertrouwen in plaats van diepgeworteld wantrouwen.  Bezie deze mogelijkheid eens serieus!

Basis

Oproep: Laat het beroep van sekswerkers een vrij beroep blijven – maar maak het legaal werken ook aantrekkelijker. Door dat werk ook echt mogelijk te maken. Dat kan al binnen de vergunde bedrijven – nu nog daarbuiten.

Dat stiekeme aanbod zou bij de nieuwe wet zéker blijven en groeien; dan zou ook zwaar op opsporing moeten worden ingezet. Want het on-vergunde aanbod is nu ca 80 % – daar is dus een extra probleem als je nieuwe wetgeving – m.n. via de prostitutievergunning van sekswerkers – moet gaan invoeren en handhaven.

 Er is ook rekening gehouden met een matige bereidheid voor het aanvragen van de prostitutie-vergunning  – maar als er geen substantieel deel toch een vergunning aanvraagt, buiten de  sekswerkers die dan nog  in de
vergunde bedrijven  blijven werken, is er een onoverbrugbaar probleem. Dan is er helemaal niets opgelost ergo, het brengt je verder weg van de doelstelling.

Dan richt de wet zich in hoofdzaak op de vergunde bedrijven. En niet op een illegaal aanbod, zal in de praktijk blijken.

In bedrijven zijn er ook voor de sekswerker regels. Maar uiteraard óók als je thuis werkt. Waarom het effect van nieuwe wetgeving niet noodzakelijk is, zelfs onwenselijk, en we toch de doelstelling willen halen, zullen we nader toelichten: Enerzijds aan de hand van  hen die werken in of via een vergund bedrijf (A), en anderzijds waarvoor nu geen (al of niet verplichte) vergunning gegeven is (B). Zie hierna een beschrijving vanuit de praktijk en vervolgens hoe het alternatief (C) gestalte kan krijgen.

A.

Vergunde bedrijven (Mèt een vergunning seksinrichting)

In geval van de vergunde bedrijven is er sprake van controlemogelijkheden die al vanaf 2000 bestaan en
worden toegepast.

Als een bedrijf gecontroleerd wordt kan men thans van de aanwezigen inzage vragen (niet registreren en ook niet opschrijven – geen foto-tje) om te controleren op leeftijd verblijfsstatus en of men is opgenomen in de bedrijfsadministratie. Daarnaast is men alleen geregistreerd bij de Belastingdienst.

In geval van een calamiteit zijn die gegevens ook beschikbaar voor bv. politieonderzoek en fiscale controle. De ervaring leerde al dat er meestal niet negatief gereageerd wordt op een gesprek met een hulpverlener, als daarom gevraagd wordt; dan kan over en weer informatie en eventueel verwijzingen gegeven worden. Dat vereist geen restrictief optreden maar een vertrouwensband met de Diensten. Optreden: Fair maar duidelijk!

De seks-bedrijven zijn overigens ook gehouden voor te lichten over tal van zaken: gezondheid, fiscaal, hulpverleningsadressen enz.. Meestal liggen er voorlichtingsmappen voorhanden in de bedrijven.

In de meeste besloten bedrijven werkt men met de fiscale regeling ‘opting-in’. Dat is het verleggen van de heffing (de sekswerker draagt af via het bedrijf maar blijft verantwoordelijk voor de juistheid van de omzet en afdracht); dan mag er géén sprake zijn van loondienst, noch zelfstandig ondernemerschap – er mag derhalve ook geen opdracht voor de feitelijke werkzaamheden – het sekswerk – gegeven worden – en er bestaat dus geen werkgeverschap. Over dat laatste bestaat regelmatig misverstand. Zelfs in de toelichting op de wettekst wordt
gesproken over werkgeverschap. 

Werkt men in of via het bedrijf met zelfstandige sekswerkers (geen opting-in maar met een eigen fiscale
entiteit) moet het bedrijf de ID controleren en de inschrijving bij de Kamer van Koophandel. Het seks-bedrijf geeft ook dan gèèn opdracht tot de seks-arbeid. Een  zelfstandige die werkt in een bedrijf doet dat niet vóór en óók niet ‘in opdracht’ van het seksbedrijf. Er is sprake van een factuur voor de diensten die van het bedrijf leverde aan de sekswerker; die moet voldoen aan de fiscale eisen.

De ondernemer voert ook zeker een intake-gesprek (Je wil toch minimaal weten met wie je zaken doet!) en
als je dat vastlegt dan vraag je of de ander daarmee akkoord is. Dat kan ook zeer terughoudend bewaard worden – de mogelijkheid is er nu al  – door dat ‘op werknaam’ te doen; in de administratie is dan de koppeling met de feitelijke gegevens te leggen ingeval van een calamiteit – er is dan immers ook al een fiscale overeenkomst die daar onderdeel van is. Zo werken de meeste bedrijven al jaren.

Inzage kan gegeven worden om vast te stellen dat men aan die vergunning- en fiscale-voorwaarde voldoet – overnemen van die gegevens is daarvoor niet nodig. Men heeft op dat moment al vastgesteld dat door het bedrijf aan de voorwaarden werd voldaan.

Alles overziende is hiervoor geen andere ‘dwingende wet’ nodig – noch ondertussen eerst nog een Wgts-aanvulling op artikel 151a GW. (zie de inbreng terzake).

Extra registraties zijn ook geen oplossing om preventief te zoeken naar mogelijke, eventueel voorkomende mensenhandel. Zodra er duidelijke aanwijzingen zijn is onderzoek op zijn plaats en wettelijk direct  mogelijk. In dat geval staat de vergunning van het bedrijf ook direct ter discussie; reden dat een seks-ondernemer ook uiterst alert is op misbruik-slachtoffers. Al vele jaren is geen enkele vergunning ingenomen vanwege mensenhandel, wèl werden on-vergunde activiteiten om die reden (terecht!) opgerold.

Helaas is ook nergens onderbouwd dat registraties, in het verleden – zowel  legaal bij een proef in Utrecht en illegale registraties door controleur – aantonen dat het enig nut heeft gehad in het terugdringen of opsporen van mensenhandel.

Er wordt van de bedrijven geëist dat men ook een bedrijfsplan maakt (vergunning-voorwaarde) – daar staat deze werkwijze waarschijnlijk al in (en anders kun je dat alsnog opnemen) en kun je bedrijven daar ook aan houden. Dan is het duidelijk voor alle partijen. Voor de controles en hulpverlening is er immer toegang, zelfs zonder uitdrukkelijke voor-aankondiging.

Het ontgaat ons volkomen wat een prostitutie-vergunning voor sekswerkers binnen de legale bedrijven ook maar enige toegevoegde waarde heeft in de strijd tegen mensenhandel en dwang.

Het lijkt ons evenmin dat alle sekswerkers vanwege slechts een gemakkelijker controle op de vergunning-verplichtingen van de ondernemer – waar zij hun werkzaamheden uit willen voeren  ineens ook de extra prostitutie-vergunning nodig zou hebben.

Dat er ‘mogelijk, eventueel een slachtoffer van mensenhandel of in een uitbuitingssituatie zou worden gedetecteerd is niet helemaal on-mogelijk. Maar daar waag je de belangen en privacy van alle sekswerkers die op een controleerbare, veilige en legale werkplek hun vak uitoefenen toch niet aan?!

Dat het dan verkocht wordt als dat het in het voordeel en veiligheid van de sekswerker nodig is, klinkt wel goed maar is een drogreden. Dat er een zwaarwegend algemeen belang mee gediend zou zijn en dat controles
anders niet zouden kunnen plaatsvinden bestrijden wij.

Kortom: Het is eigenlijk al goed geregeld in een vergund  bedrijf – als de seksondernemer het  niet goed
regelde heeft, zal  vrij snel – al of niet tijdelijk – de ‘vergunning seksinrichting’ ingenomen worden.

Dat functioneert dus ook zonder een nieuwe wet; al jaren! Overigens de nieuwe wet geeft organisatorisch amper problemen voor de bedrijven. Het nadeel zit in een waarschijnlijke uittocht naar illegaal werken. Dat gaat weer dan
leiden naar weer minder legale en controleerbare arbeidsplekken. Naar we aannemen een onbedoeld bijeffect.

B. Aanbod buiten de vergunningen. (géén vergunning seksinrichting)

Op dit moment is sekswerk nog een vrij beroep. Onderzoek leerde ons al dat ook daar de problemen zéér beperkt zijn als het gaat om alléén en in of vanuit de eigen woning werkende sekswerkers. Thans wordt  het  vak  nìet en de locatie wordt pas  illegaal als vestiging niet is toegestaan. In de Wrs zal het werk illegaal zijn zodra men zonder prostitutievergunning werkt.

En als het gaat om een bedrijfsmatige aanpak (met meerdere personen) dan gaat het om een bedrijf waar geen vergunning seksinrichting voor gegeven werd; noch dat de bestemming ruimte voor vestiging geeft. Kortom dan gaat het om een illegaal bedrijf. Dat geldt natuurlijk ook voor massagebedrijven die zich tòch (ook) op prostitutie richten. Dan geef je als gemeente alsnog een vergunning – of je sluit.

Ons is niet bekend welke gemeente zonder vergunningen probleemloos seksbedrijven zou toelaten op een plek waar ook de bestemming niet in zou voorzien. Wij denken dat die gemeenten er niet zijn. Is er tòch zo’n  gemeente, doet men er wijs aan alsnog in de APV regels op te nemen – bv. de standaard-tekst van de VNG.

Maar het gaat hier dus met name om de zg. thuiswerkers die in of vanuit de eigen woning. alléén werken – zonder hulp of samenwerking. Overig aanbod is immers nergens toegestaan

Nogmaals: Het gaat dan ook niet om illegaal werk maar om een mogelijk  illegale werkplek.. Dat geldt dus ook, in geval men wèl alleen werkt, maar al te uitdrukkelijk met het adres adverteert of uitingen aan het pand heeft die wijzen op een duidelijke bedrijfsmatige structuur, enz.

Komt men zo’n bedrijf op het spoor en het gaat niet om een individueel werkende sekswerker dan treedt men zéker op. De sekswerkers worden dan gehoord en in de hulpverlening opgenomen. Panden worden – tijdelijk of definitief – gesloten en/of huurcontracten beëindigd.

Dat is nu al de praktijk en dat optreden/ sluiten en doorvoeren naar de hulpverlening  wordt ook niet bepaald
gehinderd door het niet voorhanden hebben van extra nieuwe wetgeving.

Dat je niet te pas en te onpas een woning binnen kunt lopen is duidelijk, maar bij een ernstig vermoeden van georganiseerde prostitutie door meerdere personen, kan een ‘goed gesprek en controle’ geen belemmering zijn.

Het kan, dat men soms bij ontkenning in een massagesalon, uitputtend DNA-onderzoek doet, dat is slechts bij uitzondering aan de orde.

Het is overigens terecht om tegen bedrijven zonder vergunning op te treden en sluiting daarvan te eisen. Maar noem een alléén werkende niet – zodra het bestuurlijk ook maar enigszins kan – een bedrijf.

C. Hoe kan het  thuiswerk wèl?

Stel als Overheid duidelijk dat thuiswerk is toegestaan als een vrij beroep en dat het alleen persoonlijk mag plaatsvinden in of vanuit de eigen woning; dus niet een speciaal voor dat doel gehuurde ruimte – dan is het wèl een bedrijf.

En onder welke voorwaarden. De locatie moet dan toegestaan zijn voor ‘werk aan huis’ (net als voor andere beroepen). Gemeentelijke regels die dat anderszins verbieden moet men schrappen en gelijk ander werk aan huis gaan behandelen.

Probleem kan zijn dat de Woningbouw of VVE bezwaren heeft die bv. in het wooncontract zijn opgenomen ten aanzien van thuiswerk, mogelijk expliciet alleen voor sekswerk. Met name dat laatste zou dus niet aan de orde moeten zijn.

Als uit die (huur)-overeenkomst niet blijkt dat sekswerk of thuiswerk is uitgesloten dan moet je als gemeente ook niet eisen dat er een uitdrukkelijke verklaring van de verhuurder/VVE aanwezig  is die daar expliciet toestemming voor geeft! Een legaal werkende anders behandelen als bij een ander legaal beroep heet discriminatie – dat geldt ook voor een uitzondering bij de VVE of verhuurcontract..

Voorwaarden waaraan een thuiswerker zich (ook nu al) moet houden:

  • Alléén en vanuit de eigen woning werken. Geen hulp van een ander. Ook geen collega-tje die vervangt of vanwege de veiligheid of gezelligheid meewerkt – alleen isalléén!
  • Je moet wel in Nederland als (zelfstandig) sekswerker mogen werken.
  • Door  ingeschreven te zijn bij de Kamer van Koophandel – niet als bedrijf maar als zelfstandig, beroepsmatig werkende; ‘Dienstverlening’ moet als omschrijving mogelijk blijven. Afschermen van het privé/werk-adres is
    mogelijk vanaf januari 2023.
  • Zo’n KvK-inschrijving is ook nu al verplicht (vanaf 2005);
  • Werken en inschrijven is nu vanaf 18 jaar *) mogelijk, zonder toestemming ouder of voogd.
  • Men krijgt bij KvK-inschrijving  automatisch een relatie met de Belastingdienst.
  • De reclame mag geen bedrijfsmatig karakter krijgen om niet toch te vervallen naar ‘vergunning-plichtig bedrijf’ – zoals,
  • geen reclame (ook op internet) met het adres of duidelijk herkenbare aanduidingen daarvan; wèl met een mobiel nummer.
  • Geen herkenbare wervende  ‘eigen website’ .
  • Geen uitingen aan het pand (bord, rode lamp ed.);
  • Geen uitingen (zoals raam-tikken en schaars gekleed in de deur animeren);
  • Geen overlast veroorzaken;
  • Volg ook de ‘Landelijke hygiëneregels sekswerk’ van de RIVM; voor zover van toepassing.
  • Voor de thuiswerker als escort geldt dat men dan niet ‘in’ maar ‘van huis uit’ werkt.

*) Mogelijk heeft een gemeente voor alle sekswerk 21 jaar in de APV opgenomen – die leeftijd zou je nog nader moeten bekijken voor 18-21 jarigen. Die groep zal juist als men wìl werken, in een illegaal circuit terecht komen.
Zij worden nu veelal  beoordeeld als  otentieel slachtoffer van misbruik en  ‘te gevoelig voor invloeden’.  Het
middel lijkt hier ook erger dan de kwaal!

Thans zullen veel zg. thuiswerkers zich niet altijd realiseren dat die hele lijst van verplichtingen hierboven nú al verplicht zijn. Daar kan voorlichting meer begrip brengen.

‘Als je je aan deze voorwaarden houdt, en krijg je thuis of tijdens een escort een keer controle, dan krijg je geen problemen – in tegendeel; je kunt dat b.v. met de kvk-inschrijving aantonen en uiteraard de geldige ID. Dat is
beide snel na te trekken bij een controle – extra registraties zijn daarvoor iet vereist.

Maar als je denkt dat je toch  illegaal blijft aanbieden dan wordt je als illegaal werkende gemeld bij de gemeentedat geeft bestuurlijke consequenties bv. sluiting van het pand of een dwangsom’Mogelijk heeft het dan ook nog fiscale gevolgen.

Bestuurlijk gaan gemeenten daar nu nog heel verschillend mee om – meestal omdat men thuiswerk of werken van huis uit persé wil bestrijden. Heel soms  juist wèl wil toestaan, zoals ander werk ‘aan huis’. Dat verschil is niet handig bij toezicht en handhaving, omdat men dat vaak regionaal wil regelen.

Er zijn gemeenten waar men vaak èlke reclame-uiting wil zien als bewijs van ‘een bedrijf’; zelfs bij een alleen werkende in of vanuit het eigen huis, met vermelding bij de KvK en er ook belasting betaald wordt. Men wil soms een Kvk-vermelding ook als voldoende  bewijs van ‘een bedrijf’ zien, zodat men bestuurlijke maatregelen tegen de
sekswerker kan nemen. Dat animeert ook de inschrijving KvK momenteel niet. Het werkt alleen illegaal en verder verscholen aanbod eerder in de hand. Dat lijkt ons niet de oplossing.

Het kan dus positiever; het kan dus voor bedrijven en sekswerkers zoveel  beter en vooral voor ieder eenvoudiger, effectiever… en voordeliger. Fair, duidelijk en zonder wantrouwen vooraf!

Tot besluit

De verhouding tussen alle sekswerkers en zij die slachtoffer zijn is zoek. Zelfs al is een laatste slachtoffer er nog één te veel, gaat het te ver door alle sekswerkers te benadelen en tot voor hen risico-volle prostitutie-vergunningen
en registraties over te gaan.

Ook de veiligheid van de bestanden over geregistreerde en ‘genoteerde’ gegevens van sekswerkers zijn dubieus; bij openbaarheid is de schade onomkeerbaar! Bestanden in verkeerde handen kunnen juist leiden tot chantage, mensenhandel, dwang en uitbuiting. Maar ook tot noodzakelijke verhuizingen nopen bv, vanwege  gepest in de woonomgeving.

Het resultaat van het vergunnen zal ook niet opwegen tegen het nadeel wat sekswerkers ondervinden in hun latere leven en carrière. Bv indien men een hypotheek of financiering aanvraagt  of een VOG.  

Men is dus héél terecht huivering voor registraties en die kunnen – alle inspanning die men pleegt ter beveiliging van die gegevens ten spijt – in verkeerde handen vallen; dat zou vergaande schade, waarschijnlijk onherstelbare schade, aan  privacy betekenen.

Het doel heiligt dus niet alle middelen; de Wet als ‘oplossing’ is volgens ons disproportioneel.

De  sekswerkvergunning is de kern van de Wrs en dat is ook direct het grootste probleem en struikelblok om de doelstellingenwaar te maken . Het verschil in behandeling met andere beroepen versterkt vooroordelen en stigma. Hetgeen zich ook met de doelstellingen van de Wrs niet laat verenigen.

Het zal zich bij controles in de praktijk ook niet beperken tot het telkens inzien van een landelijk systeem indien noodzakelijk voor de uitvoering van de controle. Er is ook uitwisseling van gegevens met de diverse Diensten op het moment van controle. Die gegevens kunnen bij al die diensten blijven hangen.

Nu is het verboden die gegevens over te nemen – er is alleen een verplichting om een geldig ID-bewijs ter inzage te tonen… en tòch worden veelal (illegaal) gegevens ‘genoteerd’ – dat heet toch werkelijk registreren. Dat wordt dus wèèr de praktijk.

Er was al onmiddellijk een Burgemeester die reageerde op de Wgts dat ze dat heel gewoon vindt: Onzin, het is helemaal geen opzet van registratie van alle sekswerkers maar bij een controle moeten de gegevens natuurlijk wel genoteerd kunnen worden…

Met een bewaartermijn van 5 jaar kun je ervan uitgaan dat het even duurt maar op enig moment heeft men een compleet overzicht van sekswerkers via de Wgts. Bij een prostitutie-vergunning in de Wrs – ook al wordt deze maar in 18 gemeenten uitgegeven – gaat ook die plaatselijke gemeentelijke registratie gewoon door:
Het motto lijkt op voorhand: ‘Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan’.

Bedacht moet worden dat ook het stigma rond het beroep een zwaarwegende rol speelt – meer nog dan in de Wet-toelichting wordt geschetst – het is kennelijk ook niet duidelijk overgekomen hoe zwaarwegend het is voor sekswerkers. Die hebben echt niet het idee dat hun belangen noch de veiligheid er werkelijk mee gediend
worden.

Wij zijn echter ook fel tegen overregulering en het bieden van kansen op willekeur en ongelijke behandeling door gemeenten. De laatste 20 jaar hebben we daarvan ook veel voorbeelden gezien.

Wij vrezen dat de Wrs toch weer kan leiden tot een restrictieve aanpak van sekswerk  in een aantal gemeenten. Dat terwijl méér gelijke behandeling, eenvormigheid in regels en beleid bedoeld wordt. Prachtige
voornemens op papier!

Dat we voorzien dat de wet de opmaat is voor verlies van vergunde en controleerbare arbeidsplekken en vervolgens tot meer illegaal aanbod en dat dàt weer gaat leiden naar meer onveiligheid voor sekswerkers, wordt ook door anderen vaak benadrukt.

Wij lopen vaak tegen het probleem aan dat gezegd wordt dat, ‘Als ondernemers ergens vóór zijn, moet je voorzichtig zijn – die willen er altijd alleen maar beter van worden’. Laat duidelijk zijn: ons enige belang zou zijn dat er een zakelijk optimale bezetting in de bedrijven is. Daar past dus geen slechte behandeling bij van hen waarvan je afhankelijk bent voor de bezetting en daarmee een winstgevend bedrijf.

We zijn dus meer vóór de geschetste ‘alternatieve aanpak’ – dat spoort ook met beleid waar men o.a. in Tilburg, Almere, Assen en Hilversum al mee zijn gestart. We willen daarom ook wijzen op het rapport wat Mevrouw Sorgdrager voor de gemeente Utrecht maakte.

Maar of deze Wet doorgang gaat vinden of ons alternatief: Het gaat ook betekenen, dat je weer vertrouwen bij bedrijven en sekswerkers moet opbouwen en er moet ook duidelijker worden voorgelicht en geïnvesteerd in een goede, meer relaxte relatie; dóór de Diensten en mèt de sekswerkers en seksondernemers.

Uiteraard zijn wij beschikbaar een en ander nader toe te lichten.

Namens het bestuur van de

Vereniging Exploitanten Relaxbedrijven,

A.van Dorst.

Directeur

One thought on “Wrs – VER-reactie geplaatst 24-02-2023 (internetconsultatie inmiddels afgesloten, 362 reacties kunt u nalezen.)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *