
En de proportionaliteit is zoek om alle sekswerkers te willen vergunnen. Zéker voor hen die al werken op veilige werkplekken in vergunde en controleerbare bedrijven.
Wij ontraden het tot stand komen van deze Wgts (en Wrs).
Hierna de hele tekst:
24 februari 2023
Betreft: Reactie VER inzake internetconsultatie
Wet gemeentelijk toezicht Seksbedrijven (Wgts).
Geachte Lezer,
I
Eerst voorstellen: de VER, de Vereniging Exploitanten Relaxbedrijven
De VER werd opgericht op 26 september 1991 en vertegenwoordigt vergunde, besloten bedrijven (clubs, privéhuizen, massagesalons en dergelijke) en escortbedrijven. De zogenaamde raambedrijven hebben hun eigen organisaties, maar ook zij kunnen zich bij de VER aansluiten. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor bedrijven in de webcamindustrie en zelfstandige sekswerkers.
De VER statuten:
De vereniging stelt zich ten doel: het behartigen van de belangen van exploitanten van relaxbedrijven, zowel collectief als individueel in de meest ruime zin, onder meer door het voeren van overleg met overheids- en andere instanties, het verzorgen van public relations van relaxbedrijven in het algemeen en het bewerkstelligen van imagoverbetering van zodanige bedrijven. Tot de belangenbehartiging kan mede behoren het treffen van rechtsmaatregelen en het voeren van gedingen.
Wij zouden ons kunnen beperken tot de belangen van de VER-leden. Echter, als het gaat om het verbeteren van de sector, dan zijn de belangen van de gehele sector, ook òns belang.
II
Hier past een compliment voor de opstellers van de Wgts. Men heeft gepoogd om van de uitdrukkelijke opdracht van de Kamer en Regering een werkbare Wet te maken. Wij onderschrijven de doelstellingen van de Wgts (en de Wrs) volledig, te weten de bestrijding van alle vormen van mensenhandel, het creëren van een veilige en gezonde branche voor sekswerkers en het tegengaan van illegale prostitutie. (Dit volgt ook uit de Statuten van de Vereniging).
Dat wij het met het resultaat niet eens zijn, is een andere zaak. Dat zullen we hierna nader toelichten.
III
De VER-standpunten en opmerkingen:
De teksten hierna zijn tot stand gekomen op basis van onze praktijkervaringen, de recente rapporten, en onderzoeken. Ze werden beoordeeld door het VER-bestuur en voorgelegd aan de leden-ondernemers.
- Naar onze mening ontbreken nut, noodzaak, invoerbaarheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van de Wgts. Bovendien is de Wgst op enkele punten in tegenstelling tot hetgeen in de Wrs is voorgenomen. Wij willen deze ‘tijdelijke’ aanpassing in artikel 151a Gw, de Wgts, dan ook sterk ontraden.
- Wij brachten onze argumenten ook in via Wrs-internetconsultatie per 08-12-2019 en die met betrekking tot de aanpassing van de Wrs per 24-02-2023. We melden dit omdat Wgts en Wrs niet los van elkaar te zien zijn, ondanks het feit dat deze wet los staat van de Wrs lopen de argumenten deels synchroon. We zien die teksten dan ook als hier ingevoegd.
- De privacy van sekswerkers wordt duidelijk inherent gemaakt aan het doel om misstanden te bestrijden, door een wet in te stellen die erin voorziet dat hun persoonsgegevens verwerkt mogen worden op een manier die voor elke andere werkende in Nederland onvoorstelbaar is.
Wij willen ook extra benadrukken dat de wet de emancipatie van sekswerk tegenwerkt en de stigmatisering versterkt. Er wordt een negatieve uitzonderingspositie gecreëerd, want de privacy van sekswerkers is blijkbaar minder belangrijk dan die van andere werkenden. Het voorstel is volgens ons disproportioneel.
- Bovendien is het vertrouwen van sekswerkers die werkzaam waren in de vergunde bedrijven in de overheid al bijzonder laag: de overheid heeft er namelijk voor gezorgd dat zij in de coronaperiode van de een op de andere dag verstoken waren van inkomsten, zonder een beroep te kunnen doen op een – uitdrukkelijk aangekondigd – vangnet. Slechts zij die als zelfstandige bij de KvK waren ingeschreven konden op een regeling een beroep doen en zij die in een enkele gemeente (van inwoning) een aanvraag konden indienen werden soms wèl geholpen, maar vaker afgewezen. Het merendeel niet, terwijl zij die in de bedrijven werkten allemaal aan hun belastingverplichtingen voldeden.
- Het is niet voor niets dat de vergunde bedrijven kampen met lage bezetting; veel sekswerkers hebben hun toevlucht genomen tot het onvergunde deel, met alle gevaren van dien. Deze uittocht zal alleen maar versterkt worden wanneer registratie bij de controles regel wordt. Er is geen enkel vertrouwen dat de voorgestelde waarborgen in de praktijk stand houden. Ook is registratie door de controleurs nu niet toegestaan en vaak is (illegale) registratie tijdens controlebezoeken toch een feit.
- De Wgts is niet los te zien van de Wrs en je mag van een ‘tussenwet’ dan ook verwachten dat deze zich verhoudt tot andere plannen die op stapel staan.
Ons verbaast ook het voornemen tot deze wetaanpassing, terwijl gelijktijdig de behandeling van de Wrs gestart is met de internetconsultatie. De Wgts is tenslotte slechts bedoeld om art. 151a Gw aan te passen totdat de Wrs van kracht is en dan vervalt het gehele artikel, inclusief deze aanpassing.
- Een aantal grote Gemeenten hebben de Kamer, en vervolgens de Minister, overtuigd dat deze extra, tijdelijke wet noodzakelijk is voor het controleren van vergunde seksbedrijven en om mensenhandel op te sporen. Men schreef zelfs mee aan de totstandkoming ervan.
- Echter, de controle op de vergunning-voorwaarden van de bedrijven, het stellen van duidelijke regels, eisen voor hygiëne en veiligheid, goede werkomstandigheden voor sekswerkers, handhaving en controle van leeftijd en verblijfsstatus, is al meer dan 20 jaar mogelijk voor en door de betrokken Diensten en Hulpverlening.
De gegevens worden onder meer gecontroleerd door inzage te vragen van een geldig ID-bewijs van de sekswerker en het voeren van gesprekken met sekswerkers. Slechts zelden wordt door een bedrijf of sekswerker geweigerd hieraan mee te werken.
- De uitzondering op het registreren van bijzondere persoonsgegevens wordt uiteindelijk gerechtvaardigd vanuit de ‘noodzaak van zwaarwegend algemeen belang’. Wij denken dat de toelichting tekort schiet in de onderbouwing en ook niet voldoet aan de voorwaarden die aan dat aangehaalde ‘zwaarwegende belang’ zijn verbonden.
De noodzaak wordt wel regelmatig genoemd, maar ook niet feitelijk aangetoond.
Het vergemakkelijken van de controle op de vergunning van de exploitant, door o.a. registratie van ID- informatie van sekswerkers; terwijl die ook op vrij eenvoudige wijze anders te verkrijgen is. Al 20 jaar is het vragen om inzage op de werkplek – waarmee dan leeftijd en verblijfsstatus zijn vast te stellen – voldoende en geen probleem. Het maakt toepassing van deze ‘noodzakelijkheid’ eerder onwaarschijnlijk.
- Ook al wordt bestreden dat een algemene registratie een doel op zich is, met een bewaartermijn van 5 jaar zal na enige tijd een totale registratie een feit zijn – een oude wens van een aantal grote gemeenten.
- Het nut van registreren is echter ook nergens aangetoond. Sterker nog: proeven met registratie, zoals in Utrecht, bleken niet de te verwachte uitkomst te hebben en ook de stiekeme registraties tijdens controles hebben geen wezenlijk resultaat opgeleverd. En zeker onvoldoende om daarmee een (uiteindelijk) algemene registratie ten koste van de privacy van alle sekswerkers door te voeren.
- Bovendien: het registreren op welke wijze dan ook werd voor het eerst in 1996 al als onwettig beoordeeld. Men vond zelfs het verzoeken om vrijwillige registratie te ver gaan. Vervolgens zijn er Rechtelijke uitspraken en rapporten van de Autoriteit Persoonsgegevens uitgekomen, waarin registratie werd afgewezen. De Raad van State was ook duidelijk in haar bevindingen. Ook de eerdere behandeling van de Wrp is in de Eerste Kamer op de Privacywet gesneuveld.
Men wilde dit toch linksom of rechtsom doorzetten en daarom werd de Wrs ontwikkeld, die nu weer ter internetconsultatie ligt. Daarin werd onder meer een algemene persoonlijke vergunningplicht voor sekswerkers (Prostitutievergunning) in de Wrs opgenomen, de Memorie van Toelichting is daarover wel duidelijk. Onze bezwaren zijn daarover gelijk.
- De gemeenten zullen, zo is de bedoeling, regels moeten opstellen om integer met de bijzonder persoonsgegevens om te gaan. Daar hebben sekswerkers geen tot amper vertrouwen in.
In de Wrs gaat men dat ook, juist vanwege de privacy en deskundigheid van ambtenaren terzake, beperken tot max. 18 gemeenten, déze Wgts is beschikbaar voor alle 341 gemeenten. Die kunnen er alle eigen regeltjes en voorwaarden op los laten via de APV, de vergunning en nadere voorwaarden die de Burgemeester kan opleggen. De wettekst biedt volop mogelijkheden dat naar plaatselijk inzicht in te vullen.
Immers, de toelichting geeft aan dat het niet alleen de gemeenten hoeven te zijn waar gelegaliseerd en vergund sekswerk plaatsvindt. Illegaal sekswerk kan in elke gemeente voorkomen en daarop richt zich deze wet ook op – althans, zo staat in de toelichting.
- In de toelichting lezen we ook dat de aanpassing is, om ondernemers de kans te geven op legale wijze in hun administratie verzamelde gegevens van sekswerkers te kunnen opnemen – die dan getoond kunnen worden bij een controle. Deze opname van gegevens in de bedrijfsadministratie is al een feit: in het kader van de Belastingwetgeving is al duidelijk welke sekswerkers in dat bedrijf hun werkzaamheden uitvoeren, als zelfstandige of via de opting-in. Er is overigens géén sprake van werkgeverschap (zoals we wèl lezen in de toelichting) – opdracht en aanwijzingen over de arbeid geven voor sekswerk past nooit.
Wat ons ook bijzonder onaangenaam trof dat er als doel van de uitzondering om te registreren ook genoemd wordt ‘en ter sanering van de seksbranche’. Dat zou ook betekenen dat ook het decimeren van bedrijven, werkplekken en werkenden mede een doel geworden is. We mogen toch hopen dit verkeerd begrepen te hebben,
- De logica dat deze wet ook vooral is om illegale prostitutiebedrijven te kunnen controleren ontgaat ons. Immers, men zal eerst moeten onderzoeken waar en door wie illegaal aanbod van seksdiensten plaatsvindt. Vervolgens moet men optreden en is er sprake van een (mogelijk strafrechtelijk) onderzoek, waarbij de reguliere richtlijnen voldoende mogelijkheden bieden om in dat kader de persoonsgegevens van alle aanwezigen op te nemen. Een controle in het kader van deze wet is daarna niet meer aan de orde, want een dergelijk ‘illegaal bedrijf’ zal gesloten worden.
- De Wgts richt zich – vast onbedoeld – op de verkeerde groepen, namelijk de op dit moment al legaal individueel werken en zij die werken in de controleerbare vergunde bedrijven. De doelgroep van sekswerkers zal erdoor in een slechtere positie komen en voor werkelijke slachtoffers is de Wet geen oplossing.
- De aanpassing zal naar alle waarschijnlijkheid de bezetting in de legale bedrijven nog verder onder druk zetten. Daarmee zullen weer meer controleerbare, legale en veilige werkplekken verdwijnen, want een bedrijf met een langdurige en substantiële onderbezetting zal het niet lang volhouden.
Voor de marktontwikkeling maakt het weinig verschil – die markt blijft groeien en dat maakt het voor slechtwillenden extra interessant – dat kan van deze wet ook niet de opzet zijn, nemen wij aan.
- De verplichte registratie van alle sekswerkers, ook degenen die werkzaam zijn in de vergunde bedrijven, zal tegengesteld gaan werken aan het doel, omdat het tot gevolg zal hebben dat nog meer sekswerkers hun toevlucht zoeken tot het onvergunde, on-gecontroleerde deel van de branche.
Een deel zal – mogelijk in een illegale bedrijfsachtige situatie – het beroep gaan uitvoeren; anderen bijvoorbeeld in de vorm van zg, thuiswerk en escort ‘vanuit huis’. Men heeft inmiddels ook geleerd dat buiten het zicht van de Diensten te organiseren; niet ieder aanbod staat ‘herkenbaar op internet’.
Dat neveneffect zal niet bedoeld zijn.
- Door gemeenten wordt dit ‘thuiswerk’ doorgaans beschouwd als een onvergund bedrijf, terwijl daarentegen in de Wrs juist bepaald wordt dat gemeenten thuiswerk moeten behandelen als elk ander werk aan huis.
Tot besluit
Dit alles maakt wat ons betreft dat deze (tijdelijke) wetaanpassing zéér onwenselijk is. De aanpassing van art. 151a zal volgens ons niet bijdragen aan de duidelijkheid die men wenst. Derhalve ontraden wij deze wetaanpassing.
De heersende wetgeving biedt voldoende mogelijkheden, met name ten aanzien van het zogenaamde thuiswerk. Mogelijkheden die lang niet altijd correct in de praktijk worden toegepast cq. gehandhaafd werden, maar die wel duidelijkheid over de posities omvatten. Dat is ook door ons voorgesteld in de nadere consultatie voor de Wrs (24-02-2023), waarnaar we verwijzen voor nadere details.
Voor zover gewenst willen we een en ander ook nader toelichten.
Dank voor uw aandacht,
Namens het bestuur van de
Vereniging Exploitanten Relaxbedrijven
A.van Dorst, directeur